Het gebruik van een verkeerde invoercode kan leiden tot een flinke naheffing. Het zou zelfs één van de 5 grootste douanevalkuilen zijn (bron: logistiek.nl). Een douane-expediteur die gebruik maakt van de FENEX voorwaarden kan de douaneschuld meestal verhalen op zijn opdrachtgever. Tot zover niets nieuws, zie ook mijn blog Boetes bij onregelmatigheden bij douane. Maar wat als de opdrachtgever geen verhaal biedt? In beginsel is dat pech voor de douane-expediteur. Risico van het vak zou je kunnen zeggen. Maar houdt het daarmee op? Niet altijd, zo bleek recent weer uit een vonnis van de rechtbank Rotterdam.

Aansprakelijkheid opdrachtgever

Een douane-expediteur had in opdracht van een B.V. de invoer verzorgd van een aantal partijen Chinese knoflook. Het zou gaan om droge knoflook, maar het bleek niet-droge knoflook te zijn. De douane legde een naheffing van 1,3 miljoen euro op. De UTB viel op de deurmat van de douane-expediteur, maar met de FENEX voorwaarden in de hand sprak hij zijn opdrachtgever aan. Toen de aansprakelijkheid van de B.V. in 2013 eindelijk definitief vast stond, bleek dat de B.V. haar activiteiten al in 2005 had gestaakt en haar activa voor (slechts) 40 duizend euro had overgedragen. Wat resteerde was een lege huls.

Aansprakelijkheid bestuurders

De douane-expediteur besloot niet bij de pakken neer te zitten en richtte zich tot de twee bestuurders van de aansprakelijke vennootschap. En met succes! De rechtbank oordeelde dat de bestuurders persoonlijk een ernstig verwijt te maken viel. Aan dat oordeel gaat een opsomming van relevante omstandigheden en een reeks overwegingen vooraf (zie nrs. 4.10 t/m 4.23). Ik noem er enkele:

  1. de bestuurders wisten of moesten begrijpen dat zodra de douane-expediteur zou worden aangesproken, de B.V. de naheffing zou moeten vergoeden (vanwege de FENEX voorwaarden)
  2. de risico’s waren niet denkbeeldig, gelet op de achtergrond van de invoerrechtentarifering, het voorkomen van dumping van niet-droge knoflook op de Europese makt, en deze waren voorzienbaar voor de bestuurders
  3. ofwel de activa van de B.V. zijn tegen een veel te lage prijs verkocht, ofwel de B.V. heeft een veel te grote broek aan getrokken (de risico’s overstegen de draagkracht ver)
  4. het was onduidelijk of de klant van de B.V. verhaal zou bieden en de bestuurder hebben dit risico niet afgedekt
  5. de B.V. viel niet onder de reikwijdte van de 403-verklaring (concerngarantie), die wel gold voor andere vennootschappen binnen de groep, terwijl de douane-expediteur er vanuit mocht gaan dat dit wel het geval was.

Kortom, de bestuurders lieten de B.V. opdrachten met een groot financieel risico verstrekken aan de douane-expediteur, terwijl zij wisten dat de B.V. geen verhaal zou bieden en de douane-expediteur er vanuit mocht gaan dat deze risico’s afgedekt waren. En volgens de rechtbank levert dat een voldoende ernstig persoonlijk verwijt op om te komen tot aansprakelijkheid van de twee bestuurders.

Eigen schuld?

Maar had de douane-expediteur zich ook niet wat kritischer mogen opstellen? Volgens de rechtbank wel. De douane-expediteur droeg in de eerste plaats zelf de verantwoordelijkheid om haar risico te onderzoeken en te waken voor haar eigen belangen. Maar in dit geval was zij door de bestuurders op het verkeerde been gezet. De douane-expediteur handelde dus onverstandig, de bestuurders onrechtmatig. De rechtbank veroordeelt de bestuurders uiteindelijk hoofdelijk tot vergoeding van 50% van de naheffing (bijna 665.000 euro). Daar moet je heel wat knoflook voor invoeren…

Meer weten?

Van droge knoflook weet ik niet veel, maar voor vragen over expeditieovereenkomsten en het verhalen van douaneschulden kunt u bij mij heel goed terecht.