Een distributeur van babymelkpoeder roept in 2012 verschillende zendingen terug, omdat het poeder een onaangename geur had. Dit leidt tot een flinke schadepost die de distributeur probeert te verhalen op de partij die het poeder gemengd en verpakt heeft. Deze dienstverlener beroept zich op de Fenex voorwaarden voor logistieke activiteiten (VAL). Maar zijn deze wel van toepassing?
Als de distributeur de dienstverlener voor de rechter daagt, betoogt de dienstverlener dat de rechtbank onbevoegd is. De VAL bevatten een arbitragebeding voor Fenex arbitrage.
In de overeenkomst tussen partijen wordt niet verwezen naar voorwaarden. Evenmin is hierover gesproken in onderhandelingen. De dienstverlener moet het hebben van verwijzingen onder zijn facturen en brieven. Daar staat:
“Op al onze rechtsverhoudingen zijn respectievelijk de opslagvoorwaarden, expeditievoorwaarden en de voorwaarden voor logistieke activiteiten van de Fenex van toepassing. (…)”
De rechtbank overweegt dat de dienstverlener eigenlijk een veembedrijf is en daarom gebruik maakt van de verschillende voorwaarden van de Fenex. Volgens de rechtbank valt het mengen en verpakken van poeder niet onder logistieke activiteiten. De verwijzing zou dus niet zien op deze werkzaamheden. En nu het bovendien om een standaardverwijzing onder e-mails van een veembedrijf ging, had de distributeur niet redelijkerwijs hoeven te begrijpen dat het de bedoeling was om algemene voorwaarden van toepassing te laten op de overeenkomst. Kortom, volgens de rechtbank zijn de voorwaarden niet van toepassing.
Naar mijn mening hanteert de rechtbank een te beperkte uitleg van “logistieke activiteiten”. Ter illustratie: de Fenex noemt het doel van de VAL:
“een regeling te geven voor bedrijven die naast de opslag aanvullende werkzaamheden met betrekking tot de goederen verrichten zoals facturering, assemblage, etikettering, ompakken, verpakken, voorraadbeheer e.d.”
Het mengen van grondstoffen en het vullen van sachets lijken mij –met name in combinatie- bij uitstek logistieke activiteiten waar deze voorwaarden op zien.
Los van het bovenstaande merkt de rechtbank op dat uit de verwijzing niet duidelijk is op te maken welk van de drie sets algemene voorwaarden van toepassing zou zijn. En volgens vaste rechtspraak is dan geen van de sets van toepassing.
De rechtbank acht zichzelf bevoegd en zal nu dus inhoudelijk naar de zaak gaan kijken.
De wijze les
Dat het verstandig is om expliciet te zijn over de toepasselijkheid van voorwaarden behoeft geen toelichting. Daarbij gaat het dus niet alleen om de vraag dat er voorwaarden van toepassing zijn, maar ook welke voorwaarden dan.
Wilt u weten of uw standaardverwijzing duidelijk genoeg is? Als u mij een e-mail met de betreffende tekst stuurt, dan kijk ik meteen even.